Rosa en Fred
“Rosa!” Fred loopt de voordeur uit, sleutelbos voor zich uit. “Roos, je sleutels!!” roept hij haar na. Buiten gekomen is de straat al leeg. Snel pakt hij zijn telefoon en belt haar nummer. In huis klinkt hondengeblaf: Rosa’s favoriete beltoon. Met een zucht van ergernis draait hij zich om, loopt terug naar binnen en gooit de sleutels op tafel. Ongeveer de duizendste keer is dit!
En terwijl hij het denkt wordt hij kalm, ontroerd zelfs. Rosa……. Dit is óók de vrouw waar hij ooit verliefd op werd. De vrouw waar hij als een blok voor viel, de eerste minuut dat hij haar zag. Ze zat op het trapje in het portiek van de buurman, een vroeg zonnetje viel over haar optimistisch blote benen. Witte blote winterbenen, maar oh, wat waren ze prachtig tot en met de knokige enkels en de paarse pumps. Een groene jurk golfde over haar jonge dijen en zakte een beetje richting heupen. Haar reebruine haar hing over de stadsplattegrond op haar knieën waar ze geconcentreerd op tuurde. Fred stond stil en vroeg wat ze zocht en of hij kon helpen. Langzaam keek ze op en hij wist: zijn leven zou nooit meer hetzelfde zijn.